Mishandelde kinderen

Als het over het buitenland gaat, weten wij wel te vertellen wat daar niet deugt. Wij, ministers en kamerleden voorop, weten precies aan te geven, waarom daar zaken anders moeten worden aangepakt. Hier is alles goed geregeld, daar kunnen ze een voorbeeld aannemen. Arrogant zijn we tot in onze vingertoppen. Wijzend naar landen waar de mensenrechten worden geschonden. En hoe zit het hier? Elk jaar overlijden in ons keurig landje 50 kinderen na mishandeling. Naar schatting worden jaarlijks 50.000 kinderen van nul tot achttien jaar mishandeld door hun ouders of verzorgers. Kinderen, van wie de helft nog geen twee jaar oud, worden geslagen, seksueel misbruikt of zijn ondervoed. Over schending van mensenrechten gesproken. Wij zijn gewoon een derde wereld land. Voor een melding binnenkomt, als die al binnenkomt, is zo'n kind al meer dan een jaar mishandeld. Wordt het mishandelde kind dan geholpen? Als het kind mazzel heeft wel. Meestal niet, er zijn wachtlijsten.De jeugdhulpverlening is verstrikt geraakt in een woud van regels. Het maken van ellenlange rapporten en het invullen van formulieren lijken belangrijker dan het verlenen van hulp. Er is niet één loket, er zijn vele loketten en daar tussen zitten grote schotten. Ligt dat aan de hulpverleners? Niet altijd. Natuurlijk zitten er lummels tussen, maar de meesten hebben het hart op de juiste plaats. Een nieuwe Wet op de Jeugdzorg is in de maak en wordt als alles goed gaat, begin 2003 ingevoerd. Straks moet alles beter gaan. Tenminste, dat denkt men. Met een nieuwe Wet zijn wij er nog niet. De Wet geeft de kaders en structuren aan. Daar wordt geen kind door geholpen. Heilige huisjes moeten omver getrapt worden. Alle neuzen moeten in de richting van de hulp voor het kind. Privacy, ambts- en beroepsgeheimen, waar velen zich vaak achter verschuilen om maar geen informatie aan een ander te hoeven geven, moeten ondergeschikt worden gemaakt aan de hulp voor het kind. Wij hebben meer aan het aanpakken van wachtlijsten dan aan een nieuwe Wet. Op papier is het straks prima geregeld. Den Haag heeft haar werk gedaan. Toch kunnen wij die ellende van de mishandelde kinderen niet alleen op het bordje van de overheid schuiven. Hebben wij niet allemaal een signalerende functie? Dat zoveel kinderen slachtoffer zijn van mishandeling moeten velen weten, of hebben gezien. Maar de bereidheid om te helpen, of instanties te waarschuwen is minimaal. In onze ´niet mee bemoeien samenleving´ is helpen van die ander minimaal. Agressie op straat met fatale afloop, zorgt voor een stille tocht. Vijftig kinderen jaarlijks dood na mishandeling, alleen een bericht in de krant. Dat gebeurt thuis en niet op straat. En thuis is dé plek waar je je toch veilig moet voelen. Dat geldt ook voor die 50.000 mishandelde kinderen van nul tot achttien jaar.